Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
Noa Wildschut WEB Esther de Bruijn2 A

Noa Wildschut: ‘Als musicus moet je je hart openstellen’

di 30 apr 2024 - 4 minuten leestijd - Tekst: Liesbeth Houtman - Foto: Esther de Bruijn

Violist Noa Wildschut (23) brengt deze zomer met klarinettist Pablo Barragán en pianist Frank Dupree een bijzonder programma in de Kleine Zaal. Het voormalige wonderkind timmert flink aan de weg. Intussen staat ook haar persoonlijke ontwikkeling niet stil. ‘Ik weet steeds beter wat ik wil.’

Het Concertgebouw voelt als een warm bad, zegt Noa Wildschut. De violist zit op een bankje in de antichambre, haar vrolijk gestreepte vioolkist binnen handbereik. Zo vaak is zij niet meer in Nederland. Een paar jaar geleden vloog de Hilversumse uit naar Berlijn om bij Antje Weithaas te studeren. In de bruisende muziekstad is ze blijven plakken. ‘Ik heb er mijn leven opgebouwd, veel van mijn vrienden wonen er.’

Kamermuziek ligt me na aan het hart

Vanuit de Duitse hoofdstad bereist Wildschut de wereld. Zo toerde ze eind vorig jaar met haar vaste pianist Elisabeth Brauss door Australië. Nu is ze net terug van een tournee door Ierland. En passant gaf ze ook nog een concert in het Spaanse Valencia. Haar agenda is rijkelijk gevuld met solo-optredens en kamermuziek. Die afwisseling vindt ze fijn. ‘Vioolconcerten zijn geweldig om te doen, maar als solist ben je soms ook wel eenzaam. Wat dat betreft ligt kamermuziek me na aan het hart: je creëert sámen iets intiems, je bent sámen met vrienden op reis.’

Thuiskomen

Waar ter wereld Wildschut ook speelt, Het Concertgebouw is voor haar als thuiskomen. Elk seizoen treedt zij er wel een paar keer op. Ze debuteerde op haar zevende in de Grote Zaal tijdens The Night of the Promising. In 2013 ontving zij de Concertgebouw Young Talent Award, en als ECHO Rising Star reisde ze op voordracht van de Amsterdamse concertzaal door Europa.

Noa Wildschut en Menahem Pressler tijdens een masterclass in de Kleine Zaal, 2011 Bas Czerwinski

Noa Wildschut (links) en Menahem Pressler tijdens een masterclass in de Kleine Zaal, 2011 © Bas Czerwinski

Wildschut was acht toen ze in de Kleine Zaal de Fantasiestücke van Schumann speelde tijdens een lunchconcert. Met Lucas Jussen en vrienden uit de Fancy Fiddlers voerde zij er twee jaar later Schumanns Pianokwintet uit tijdens een masterclass van de 87-jarige Menahem Pressler. Haar eerste optredens in de Kleine Zaal staan haar nog helder voor de geest. ‘Die prachtige zaal voelt als een omarming. Ik vind het altijd heel fijn en inspirerend om er te spelen.’

Hamburger sandwich

Deze zomer neemt Wildschut naar de Kleine Zaal twee muziekvrienden mee: klarinettist Pablo Barragán en pianist Frank Dupree. ‘Pablo woont ook in Berlijn, hij vroeg mij om samen met hem een cd te maken. Daarvoor hebben we ook Frank aangehaakt. Er was meteen een heel goeie klik. Gelukkig, want het is best spannend om een cd op te nemen met musici die je nog niet kent.’

Het is best spannend om een cd op te nemen met musici die je nog niet kent

Die cd, getiteld Balagan, verschijnt deze zomer. Hoofdwerk daarop is het Trio van de onlangs overleden Amerikaanse componist Paul Schoenfield. Een heel gaaf en wild stuk, vindt Wildschut. ‘Het is een soort wervelwind van kleuren en klanken, er zitten allemaal klezmerachtige invloeden in.’ Dit Trio en Contrasten van Bartók vormen de hoekstenen van het Amsterdamse programma. Tussendoor klinken een viool- en een klarinetsonate van Brahms. Lachend: ‘Met die Brahms in het midden is het net een Hamburger sandwich.’

Giuseppe Guarneri del Gesù

Eind 2022 gebeurde er iets onverwachts in haar leven. Een lid van de Stretton Society, een club van filantropen, nam contact met haar op. ‘Die meneer vroeg me om bij hem thuis in Berlijn langs te komen. Toen ik binnenkwam, drukte hij me een viool in handen.’ Die viool is een Giuseppe Guarneri del Gesù, rond 1729 gebouwd in Cremona. ‘Ik had geen idee!’ Ze is er dolgelukkig mee. ‘De klank is warm, en stralend en helder tegelijk. Het instrument inspireert me om zoveel mogelijk kleuren te ontdekken.’

Via dezelfde Society kreeg ze een halfjaar later ook een oude Franse strijkstok in bruikleen: een Leonard Tourte. ‘Ik was al aan het experimenteren met andere snaren om uit de Guarneri een grotere klank te halen. Met deze stok lukt dat nog beter. Qua articulatie is hij heel helder.’

Noa Wildschut en het Antwerp Symphony Orchestra in de Grote Zaal, 2018 Eduardus Lee

Noa Wildschut en het Antwerp Symphony Orchestra in de Grote Zaal, 2018 © Eduardus Lee

Continu leerproces

‘Als musicus moet je je hart openstellen. Als jong meisje speelde ik volledig vanuit mijn intuïtie. Dat veranderde toen ik een jaar of twaalf, dertien was. Als ik mezelf nu terug hoor op die leeftijd, dan denk ik: ik zat veel te veel in mijn hoofd. Uiteindelijk gaat het er in muziek om om iets van jezelf te delen met het publiek. Dat is een continu leerproces, dat niet losstaat van hoe ik mij als persoon ontwikkel.’

‘In coronatijd ben ik best aan het struggelen geweest met mijzelf. Alles viel stil. Ineens had ik tijd om over dingen na te denken: wie ben ik, wat wil ik? Een heel natuurlijk proces, denk ik, dat hoort bij het volwassen worden, maar dat bij mij door die rare periode in sneltreinvaart is gegaan.’

In coronatijd ben ik best aan het struggelen geweest met mijzelf

Die zoektocht heeft haar veel gebracht. ‘Ik weet steeds beter wat ik wil – zowel op persoonlijk vlak als muzikaal.’ Inspiratie haalt zij vooral uit het musiceren zelf. ‘In kamermuziek bijvoorbeeld gebeurt het soms dat je elkaar ineens zó goed aanvoelt. Zulke momenten zijn magisch, daar kunnen geen woorden tegenop.’ Vriendschappen zijn voor haar eveneens een belangrijke inspiratiebron. Net als de natuur. ‘Ik hou heel erg van de bergen en de zee, en als het even kan zoek ik in Berlijn een parkje op.’

Filosoferen

Iemand van wie ze nog veel zou kunnen leren is Janine Jansen, vertelt Wildschut. Met haar oudere collega mocht zij al een paar keer optreden. ‘Als Janine één noot speelt, ben ik al geïnspireerd. Ik heb grote bewondering voor haar als musicus en persoon.’ En als ze de naam van één andere musicus mag noemen, wie zou ze dan weleens willen ontmoeten? ‘Als kind was ik fan van Maxim Vengorov, maar ik kies dan toch Itzhak Perlman. Met hem wil ik wel een keer filosoferen. Hij heeft zo’n relativerende kijk op de dingen. Ik geloof dat ik hem niet eens zou vragen naar muziek, maar vooral naar hoe hij in het leven staat.’

Noa Wildschut en Janine Jansen in Het Concertgebouw, 2013 Ronald Knapp

Noa Wildschut en Janine Jansen in Het Concertgebouw, 2013 © Ronald Knapp

Als Janine één noot speelt, ben ik al geïnspireerd

‘Ik leef best in het moment. Dus als je me vraagt wat mijn grootste toekomstdroom is, dan heb ik daar niet direct een antwoord op. Ik hoef niet per se in de grootste zalen de grootste successen te boeken. Mezelf blijven ontwikkelen, inspirerende mensen ontmoeten, dat zijn op dit moment mijn belangrijkste doelen.’

Onderdeel van

Bekijk ook eens