Remy van Kesteren: ‘Ik wil mijn publiek meenemen naar een andere wereld’
vr 5 jun 2020 - leestijd 3 minuten - Tekst: Anneloes Brand
Harpist Remy van Kesteren bouwt vol overgave aan zijn eigen muziek. ‘Als je iets op het podium brengt, moet je in vuur en vlam staan.’
Onderdeel van
Eigenlijk hadden we afgesproken in een Amsterdams café, maar de net ingevoerde anti-coronamaatregelen maken die ontmoeting ineens onmogelijk. Skype biedt gelukkig uitkomst. De maatregelen zijn nog zo vers dat het gesprek vanzelf begint met de effecten ervan. ‘De impact is groot’, vertelt Remy van Kesteren. ‘Alle concerten tot en met mei zijn afgelast. Mijn eigen Dutch Harp Festival, dat in mei zou zijn, is met een jaar verplaatst. Tegelijkertijd is het mooi dat je je realiseert: zonder publiek heeft het geen zin. Daarom heb ik vanuit mijn huisstudiootje wel een liveconcert gedaan via Facebook en Instagram. Dat was een ontzettend leuke interactie! Maar ja, ik vind de situatie ook spannend. Ik hoop natuurlijk dat mijn zomerconcert in Het Concertgebouw bijvoorbeeld gewoon doorgaat.’
Dat zomerconcert behelst een uitzonderlijk optreden in de Grote Zaal. Het publiek ondergaat de happening liggend op een zelf meegebracht matje. De stoelen gaan de zaal uit, behalve op het balkon, daar zijn wel zitplaatsen beschikbaar. Die setting prikkelde de fantasie van de Nederlandse harpist. ‘Ik kom er steeds meer achter hoe muziek, zeker als het je eigen muziek is, verschillende vormen kan krijgen afhankelijk van waar je bent. Hoe een omgeving, een plek of het publiek van je vraagt dat je een energiekere kant opzoekt, of juist een meer introspectieve. Mensen zeggen vaak dat ze mijn muziek filmisch vinden; ze zien verhalen en werelden voor zich. Daar wil ik graag op inzoomen bij dit concert.’
Mensen zeggen vaak dat ze mijn muziek filmisch vinden; ze zien verhalen en werelden voor zich
‘Ik werk samen met Jurjen Alkema van Blauwe Uur, die geweldige projecties maakt.’ Lachend: ‘Ik vind hem net Willie Wortel. Hij heeft ooit een soort robotjes uitgevonden, die ik meteen heel interessant vond. Het zijn allemaal huis-, tuin- en keukenobjecten die geluid maken. Van een xylofoontje tot ritmische tikjes. Tijdens de TRACKS-concerten in februari 2017 in de Kleine Zaal hebben we voor het eerst met die robotmachientjes muziek gemaakt. Dat werd zo enthousiast ontvangen dat er een blijvende samenwerking uit is voortgekomen. Inmiddels zijn de robotjes flink doorontwikkeld en omgedoopt tot Analogue Robot Orchestra. Ik kan ze aansturen via elektronica, maar soms improviseren ze ook.’
Euh, pardon? ‘Ja, daar zit een best ingewikkelde techniek achter, maar dat doet uiteindelijk niet ter zake, want het gaat om wat het muzikaal oplevert. Het is echt heel cool wat voor klanken die apparaatjes maken! Ze groeien ook, het zijn net kleine wezentjes.’
‘Naast die robotjes maakt Jurjen ook prachtige, zinsbegoochelende projecties. Die komen op het plafond en ook om je heen. Het is heel bijzonder; ik raak zelf ook elke keer helemaal geïnspireerd door wat ik zie. Ik hoop dat beeld en muziek het publiek langzaam meevoeren naar een andere wereld. Dat wil ik sowieso heel graag met mijn muziek bereiken: mensen aan de hand meenemen naar mijn wereld.’
Die wereld is in de afgelopen jaren enorm veranderd. Tot zo’n vijf jaar geleden vierde Remy van Kesteren grote successen als klassiek musicus. Maar er kriebelde altijd al iets. ‘Eerst wilde ik een soort Janine Jansen van de harp worden. Langzaam ging het ook die kant op. Ik kreeg allemaal kansen, ook van Het Concertgebouw:
ik werd uitverkozen voor de Rising Stars-serie en mocht in al die mooie Europese zalen spelen. Dat was allemaal geweldig, alleen… ik voelde toch dat er iets ontbrak. Er was iets in mij dat naar buiten moest. Van grote invloed was ook mijn studie bij Isabelle Moretti in Parijs. Zij was de eerste die vroeg: “Remy, waarom maak je eigenlijk muziek? Wat heb jij te vertellen?” Dat heeft iets in gang gezet wat niet meer te stoppen was.’
Eerst wilde ik een soort Janine Jansen van de harp worden
‘Met mijn Rising Stars-serie was ik al grenzen aan het opzoeken: met trompettist Eric Vloeimans speelde ik een programma met een groot aandeel voor improvisatie. In improvisatie voelde ik zoveel meer ruimte en plezier dan in klassieke muziek.’
Naast improvisatie, hield Van Kesteren zich tijdens de ontdekkingstocht naar zijn eigen muziek ook bezig met minimal music, jazz en pop. ‘Wat ik zo gaaf vind aan veel popmuzikanten is dat ze soms niet echt kunnen zingen of op een slecht gestemde gitaar spelen, maar dat het zó recht je hart in gaat. Het communiceert zo goed, omdat iemand iets móét vertellen, van binnenuit. Dat directe communiceren, dát is wat ik wil.’
Remy van Kesteren creëerde een muzikale wereld waarin alle nieuwe invloeden doorklinken, maar waarin klassieke muziek ook nog steeds een sterke stroming is. Als mensen zijn muziek in een bepaald hokje proberen te stoppen, wordt hij een beetje ongelukkig. En bovendien: de zoektocht gaat door en levert dus steeds weer iets nieuws op. ‘Er is nog zoveel te ontdekken! Dat blijven zoeken is misschien wat ik uiteindelijk het liefste doe. Maar waar het naartoe gaat? Geen idee.’