Hoofd facilitaire dienst Wouter van Poppel over de 1,5 meter: ‘Op zoek naar creatieve oplossingen’

‘Noem mij chef protocol’, zegt Van Poppel lachend. Bij dat protocol komt heel wat kijken. Veel overleg, veel logistieke puzzels, maar ook veel creativiteit en improvisatie. ‘Ons protocol is een samenvatting van vijf protocollen van diverse branches, zoals die van de orkesten, de theater- en concertzalen en de theatertechnici. Alles komt erin samen.’

Het protocol wordt voortdurend aangepast aan de realiteit. Zo was er eind juni vanuit de overheid ineens het bericht dat de limiet van honderd bezoekers per 1 juli is opgeheven. ‘Dat betekent dat we nu al overstappen op het anderhalvemeterprotocol, in plaats van per 1 september. We richten de zaal zo in dat er steeds een rij uitgaat, en er tussen bezoekers uit één huishouden een afstand is van drie stoelen. Er kunnen dan zo’n 350 bezoekers in de Grote Zaal.’

De musici zitten op 1,75 meter afstand van elkaar, en de blazers zelfs op twee meter

‘We hebben het podium maximaal uitgebouwd. De voorste rijen van de podiumplaatsen zijn verwijderd. Er is dan maximale ruimte voor het orkest. De musici zitten op 1,75 meter afstand van elkaar, en de blazers zelfs op twee meter. In die opstelling passen er 76 musici op het podium. Geen groot bezet symfonieorkest dus, daar moet het repertoire op worden afgestemd. Koren kunnen voorlopig niet. En ook een pianochangement is lastig. Met de anderhalvemeterregel lukt het niet om de vleugel met de lift naar boven te krijgen. We zijn daarom steeds op zoek naar creatieve oplossingen.’

Dat wordt nog de grootste uitdaging, als er straks bezoekers zijn, om die twee stromen van elkaar te scheiden

Omdat de benedenruimtes te krap zijn, zijn de locaties rond de zaal in gebruik door het orkest. ‘Dat wordt nog de grootste uitdaging, als er straks bezoekers zijn, om die twee stromen van elkaar te scheiden’, zegt Van Poppel. Intussen is het hele gebouw aangepast aan de anderhalvemeterregel. Er zijn looproutes gemarkeerd, er staan schermen opgesteld voor de suppoosten en sommige wastafels in de toiletten zijn buiten gebruik.

De garderobe is voorlopig gesloten, de concerten hebben geen pauze en er zijn alleen ongeplaceerde kaarten in de verkoop. Dit alles om de bezoekersbewegingen zoveel mogelijk te beperken. Wie een concertkaartje heeft gekocht, ontvangt van tevoren een servicemail waarin de regels worden uitgelegd. ‘Bezoekers kunnen bij aankomst hun handen desinfecteren. We doen een gezondheidscheck en vragen of mensen deel uitmaken van één huishouding. Een suppoost leidt de bezoekers naar hun plaats in de zaal.’

‘We doen er alles aan om ons publiek een veilig gevoel te geven. Maar uiteraard vragen we de mensen om ook zelf alert te zijn. Uit onderzoek naar de eerste concerten in juni met een klein publiek blijkt dat bezoekers tevreden zijn over hoe wij de maatregelen hanteren. Dat neemt niet weg dat de concertbeleving anders is. De sfeer van een bomvolle zaal met tot slot een ovationeel applaus, dat zit er nu helaas niet in.’