Bezoeker Huub van Wersch: ‘Het gezelschap werd steeds groter’
di 11 apr 2023 - 4 minuten leestijd - Tekst: Liesbeth Houtman - Foto: Awesta Darwesh
Een bezoeker die in één keer 104 kaarten voor Het Zondagochtend Concert bestelt, dat maakt Het Concertgebouw niet elke dag mee. Huub van Wersch behoort elk jaar tot de eerste bestellers. ‘Ik ben de regelneef.’
‘Eigenlijk zijn het dit jaar nog niet eens zoveel kaarten’, zegt Van Wersch. ‘In het verleden heb ik er veel meer besteld.’ Hij grist een papiertje uit zijn broekzak. ‘Ik ben het ter voorbereiding van dit gesprek even nagegaan. Eens kijken. Voor het seizoen 2017-2018 bestelde ik op dag één van de verkoop 192 kaarten: dat was de top.’
Zo’n megabestelling maakt nieuwsgierig. Het kan niet anders of daar zit een bijzonder verhaal aan vast. ‘Eind vorige eeuw gingen wij met onze kinderen nog weleens naar Het Zondagochtend Concert’, vertelt Van Wersch over hoe het ooit begon. ‘Mijn dochter zal een jaar of acht, negen zijn geweest, mijn zoon is drie jaar ouder. In 1998 overleed mijn schoonvader. Toen zei ik tegen mijn vrouw: “Misschien vind je moeder het leuk om af en toe mee te gaan?” Mijn schoonzus hoorde dat, en wilde toen ook.’
‘Zo begon het bij vrienden en kennissen langzaam maar zeker rond te zingen: nou, Huub, die bestelt de kaarten wel’, vervolgt hij met knipoog. ‘Ik ben de regelneef. Het was een beetje zwaan-kleef-aan, het gezelschap werd steeds groter.’ De afgelopen tijd zijn er helaas wat afvallers, vertelt Van Wersch. ‘Er is een scheiding geweest, iemand is verhuisd, een ander zat krap bij kas.’ Desondanks is de groep behoorlijk hecht. ‘Iedereen heeft in coronatijd zijn kaarten gedoneerd. Dat zegt wel iets over de betrokkenheid.’
Iedereen heeft in coronatijd zijn kaarten gedoneerd. Dat zegt wel iets over de betrokkenheid
Zodra het programma van Het Zondagochtend Concert bekend is, inventariseert Van Wersch wie naar welk concert wil. Op het moment dat de verkoop begint, zit hij klaar om de bestelling te doen. ‘Je kunt dan hele goede plaatsen reserveren.’ Hij heeft er een sport van gemaakt om optimaal te profiteren van de diverse kortingen, vertelt Van Wersch. Zo krijgen bestellers van Het Zondagochtend Concert het zevende concert gratis. ‘Het algoritme van het bestelsysteem rekent dat optimum bij zo’n gevarieerde bestelling niet altijd goed uit.’ Hoe dat dan wél moet, weet hij inmiddels beter dan de computer.
Je moet er een bepaalde handigheid in hebben, stelt Van Wersch die zichzelf omschrijft als ‘goed in organiseren’ en ‘best precies’. Tijdens zijn werkzame leven was hij actief op het gebied van humanresourcemanagement. Hij had verantwoordelijke functies, vooral in de academische wereld, en specialiseerde zich in de menskant van de bedrijfsvoering. Ziet hij overlap? Na enig nadenken: ‘Ik heb een analytisch brein. Het kost mij geen moeite om even snel een spreadsheetje op te stellen en ingewikkelde vraagstukken te doorgronden.’
Hij heeft voor komend seizoen kaarten besteld voor zeventien verschillende zondagochtendconcerten. ‘Vroeger ging iedereen uit de groep naar dezelfde concerten als ik, tegenwoordig bestel ik ook kaarten voor concerten waar ik niet bij ben. De meesten bezoeken ook het voorprogramma in de Spiegelzaal. En na afloop drinken we gezellig koffie.’
De liefde voor de klassieke muziek is in zijn studententijd geleidelijk gegroeid, vertelt Van Wersch. Als kind had hij pianoles. ‘Maar ik was niet zo gedisciplineerd. Mijn muzieksmaak ontwikkelde zich eind jaren zestig, begin jaren zeventig vooral richting de pop.’ Ineens schiet hem te binnen dat hij Zappa nog in Het Concertgebouw heeft gehoord. ‘Ik was net zeventien, dat moet mijn eerste concert hier zijn geweest.’
Voor een habbekrats gingen we naar de kerstmatinees van Haitink met Mahler
‘Ik woonde als student vlak bij het Spui, daar had je Bender, een chique muziekzaak. Ik vond het heerlijk om er door de platenbakken te struinen.’ Zijn vrouw kende hij toen al. ‘We zijn in de ontwikkeling van onze muzieksmaak samen opgetrokken.’ Met een CJP op zak bezochten ze Het Concertgebouw. ‘Voor een habbekrats gingen we naar de kerstmatinees van Haitink met Mahler.’
‘Zal ik je eens iets grappigs vertellen?’ Van Wersch schiet bij voorbaat in de lach. ‘Mijn vrouw deed jaren geleden een loopbaantraject. Daar kreeg ze de vraag: “Wat is jouw ultieme droom?” Ze heeft toen gezegd: “Het lijkt me fantastisch om de Matthäus-Passion in Het Concertgebouw te zingen.” Dat had niks met werk te maken, natuurlijk. Maar wel is ze toen gaan zingen, eerst in een Zaans koor, daarna in KCOV Excelsior. En op een gegeven moment… daar stond ze, tussen de alten op het podium van de Grote Zaal. Of ik in het publiek zat? Absoluut.’
In Het Concertgebouw zijn Van Wersch en zijn vrouw kind aan huis. ‘Ik denk dat we er wel dertig keer per jaar komen.’ Want behalve Het Zondagochtend Concert bezoeken ze ook andere concerten. De A-serie van het Concertgebouworkest bijvoorbeeld. ‘We hebben laatst ook ingetekend voor de Bruckner-serie door het orkest. En we kiezen elk jaar de krenten uit de pap van de Eigen Programmering van Het Concertgebouw.’ Alleen in de zomer zijn zij er nooit. Die periode reserveren ze voor hun vakanties. ‘We zijn wandelaars, het liefst gaan we wekenlang met de rugzak op pad.’
Toporkesten die uit Japan of Amerika worden ingevlogen hoeven voor ons niet
Duurzaamheid heeft het echtpaar hoog in het vaandel. ‘Toporkesten die uit Japan of Amerika worden ingevlogen hoeven voor ons niet. Vooral mijn vrouw is behoorlijk activistisch. Ze is nog net niet voor de privéjets in Eindhoven weggesleurd, maar we zijn ons heel bewust van onze footprint. We hebben genoeg kwaliteit hier.’ Dat maakt Het Zondagochtend Concert ook zo aantrekkelijk, vindt hij. ‘Je hoort er vooral de eigen orkesten, zoals het Radio Filharmonisch Orkest.’
De zondagochtend na dit gesprek is Van Wersch er weer, dit keer bij een strijkkwartet in de Kleine Zaal. ‘We zijn dan met veertien.’ Natuurlijk wordt er ook nu weer uitgebreid bijgekletst aan de koffietafel. Als het aan hem ligt, blijft hij zijn functie van regelneef nog wel even vervullen. ‘Die hele entourage van die afwisselende concerten met steeds een ander gezelschap: ik vind dat ontzettend leuk.’