Ontdek
  1. Zoeken
  2. Concerten
  3. Menu
  4. Inloggen
Thomas Beijer Sabine Rovers2

Hemelbestormer Thomas Beijer: ‘Ik wil met mijn werk iets teweegbrengen’

wo 24 aug 2022 - 4 minuten leestijd - Tekst: Vrouwkje Tuinman

Pianist Thomas Beijer, onlangs winnaar van de Nederlandse Muziekprijs, laat dit seizoen zijn veelzijdigheid zien in een reeks Spotlight-concerten. Ook als beeldmaker, verteller en componist. ‘Het is een soort abonnement op mijn binnenkant.’

Onderdeel van

‘Laatst las ik ergens dat iemand vond dat kunst wereldproblemen niet op kan lossen. En ik dacht: nou, eigenlijk juist wel. Kunst kan gedachten van mensen vormen, hoe ze in de wereld staan. Dat de meeste mensen daar niet naar luisteren, is niet de schuld van de kunst. Maar ik probeer daar wel aan te morrelen, ik wil met mijn werk altijd iets teweegbrengen. Het maakt niet uit of dat ontroering is of de slappe lach. Als er maar iets gebeurt. In die zin zijn kunstenaars Hemelbestormers.’

Waarom doet een bepaald akkoord van Albéniz me aan bloedsinaasappelen denken?

‘Instrumentale muziek is abstract. Het doet iets met mensen, je weet niet precies waarom, en dat is prachtig. Waarom doet een bepaald akkoord van Albéniz me aan bloedsinaasappelen denken? Waarom maakt het zo’n sensualiteit los? Het is een bijzonder proces, waarin veel dingen niet gaan zoals je vooraf verwacht. Daar houd ik van.’

‘De Spotlight-concerten zijn een dwarsdoorsnede van alles wat ik doe, en vooral ook wat ik allemaal nog eens wilde doen. Zo liep ik al een tijd rond met het plan om voor mezzosopraan Barbara Kozelj een liedcyclus te schrijven die geïnspireerd is op Slavische muziek. En ik verbind graag kunstvormen. Het is geweldig om een heel traditioneel pianorecital te geven, en dat komt er ook. Maar daarnaast staat een concert waarin ik Satie eens op een andere manier presenteer. Hij wordt meestal met zachte salonmuziek geassocieerd. Ik denk dat dat niet helemaal klopt; vaak is het satire, zijn het parodieën. Hij keerde de dagelijkse realiteit totaal om. Over die kant ga ik vertellen, en ik lees voor uit zijn bizarre, memoireachtige teksten.’

‘Satie was heel talig. Zo staan in zijn partituren de meest idiote aanwijzingen voor de musicus. “Spelen als een nachtegaal met kiespijn”, bijvoorbeeld. Dat ga ik mijn publiek niet uitleggen hoor, dat ga ik gewoon doen. Wel maak ik bewegende, zelfgemaakte illustraties bij de muziek. Alles wordt anders met een stel zeekomkommers op een groot scherm. Of aardappelen. Die komen veel voor in mijn animaties. Ik tekende ze al op de middelbare school, en nu zijn ze terug. Het geinige is dat je op het infantiele af simpele figuren tot leven kunt wekken met extreem weinig middelen. Een paar stipjes als ogen, wat haartjes.’

Alles wordt anders met een stel zeekomkommers op een groot scherm

‘Eigenlijk had ik nog nooit Schumann gespeeld. Dat hyperromantische is niet mijn ding, dacht ik. Toen ik mijn concert in de serie Grote Pianisten – dat vanwege corona is uitgesteld – ging voorbereiden, dacht ik: ik moet een ingang proberen te vinden. Het kan toch niet waar zijn dat je blijft hangen in een aanname dat iets je wereld niet is, zonder er ingedoken te zijn? Inmiddels lig ik op mijn knieën voor Schumann. Ik ga de Faschingsschwank aus Wien spelen, echt een stralend werk. Erna klinkt Arcana musea dona van Escher, een zeer aangrijpend stuk uit het laatste oorlogsjaar. Het grijpt je bij de keel, en eindigt met een explosie van licht.’

Elke avond ergens anders Rachmaninoff spelen in rokkostuum, past niet bij mij

‘Soms vind ik het lastig om een programma te verzinnen dat ik pas over drie jaar ga spelen, zoals gebruikelijk is in de klassiekemuziekwereld. Misschien heb ik tegen die tijd wel zin in iets anders. Eigenlijk heb ik nooit naar de loopbaan toegewerkt die je wordt geacht na te streven. Elke avond ergens anders Rachmaninoff spelen in rokkostuum, toewerkend naar Carnegie Hall, past niet bij mij. Daarvoor wil ik te veel verschillende dingen doen. Door de pandemie, met al zijn afgezegde projecten, lijkt er iets meer vrijheid en flexibiliteit te zijn ontstaan. Het zou fijn als daar wat van overbleef.’

‘Met schrijver Peter Buwalda maak ik een programma over zijn boek Otmars zonen. Daarin komt een pianist voor die het derde deel van Beethovens Pianosonate nr. 32 heeft gevonden. Is het echt, of belazert hij de kluit? Ik speel die pianist, en heb een slotdeel bij de sonate geschreven. Als het personage, niet als mijzelf: de sonate is perfect zoals hij is en heeft geen uitbreiding nodig.’

‘Voor violiste Simone Lamsma schrijf ik wél een “écht” nieuw werk. Wij hebben muzikaal een goede klik, een vergelijkbaar temperament ook. Ik wil voor haar een stuk maken waarin ze zich thuis voelt. Hoe virtuoos de uitvoerder ook is, mijn prioriteit als componist is totaal niet om hem of haar voor een maximale technische uitdaging te plaatsen. Dat zou ik een beetje pedant vinden. Al is het natuurlijk fantastisch dat Simone echt alles kan. Maar dan nog wil ik iets nieuws doen in een taal die mensen begrijpen.’

Als je maar goed om je heen kijkt, zie je overal nieuwe verhalen

‘Voor ons klinkt Mozart “gewoon” als Mozart. Maar in zijn tijd kwamen allerlei invloeden samen in zijn composities. Uit kerkmuziek, van de straat. Nu is dat niet anders. Je hoort gregoriaanse werken, maar ook quickstep en bubble beat. Of in elk geval bestaat het allemaal. Het is de kunst om, zonder een lappendeken te maken, je oren open te houden voor alles wat er binnenkomt. Daarom vind ik Frank Zappa zo geweldig: alles pakte hij, en toch maakte hij er iets van dat onmiskenbaar Zappa was. Dat inspireert. Vaak hoor je de verzuchting dat alles al eens is gedaan. Daar geloof ik niets van. Als je maar goed om je heen kijkt, zie je overal nieuwe verhalen.’

Foto's: Sabine Rovers

Bekijk ook eens