Interview: Alexandre Tharaud
ma 24 feb 2020 - 2 minuten leestijd - Tekst: Jet Ellerbroek
De Franse pianist Alexandre Tharaud heeft in seizoen 2020-2021 een Spotlight. Hij neemt zijn favoriete muziekvrienden mee voor vier totaal verschillende programma’s in de Kleine Zaal.
Onderdeel van
‘Muzikale helden heb ik niet echt. Wat is een held? We zijn allemaal maar gewone mensen. Componisten ook. In mijn persoonlijk leven heb ik helden: mensen die iets overwonnen hebben. Maar muzikaal… nee.’
‘Ik heb wel vrienden, Jean-Guihen Queyras bijvoorbeeld. Wij zijn al drieëntwintig jaar bevriend, en spelen ook al zo lang samen. Ik heb een tijd nauwelijks kamermuziek gespeeld – ik concentreerde mij toen helemaal op recitals. Maar met Jean-Guihen ben ik altijd blijven spelen. Dat is heel bijzonder: je eigen cellist te hebben. Wij hoeven niet meer met elkaar te praten over muziek. We gaan musiceren, en dan communiceren we vanzelf. Door een blik, een knipoog. Eigenlijk de hele tijd, ook tijdens concerten.’
Een zanger begeleiden is bijna mijn tweede natuur
Met elk van de musici die hij heeft uitgenodigd heeft Tharaud weer een andere band. ‘De stem van Sabine Devieilhe, die is zo bijzonder. Haar timbre… heel helder, schitterend en licht. Een zanger begeleiden is bijna mijn tweede natuur: mijn vader was operazanger, mijn zus is zangeres. De eerste partituren die ik probeerde te spelen waren opera’s. We doen nu een Frans programma, mélodies françaises. Sabine en ik vormen een duo, meer dan dat ik haar begeleid. Ik noem het dan ook liever: duetten spelen.’
‘Met Quatuor Arod speel ik graag samen. Ze zijn heel jong, maar hebben een totaal eigen klank. Hun spel is energiek en gretig, dat is ongelooflijk inspirerend. Normaal is voor mij: in mijn eentje op het podium. Als je het met eten zou vergelijken: kamermuziek is voor mij als chocoladetaart. Heel erg lekker, maar ik eet het zelden.’
Bij het derde concert deelt Tharaud het podium met acteur Jacob Derwig. ‘Hij draagt voor uit mijn boek uit 2017: Montrez-moi vos mains, over mijn leven als pianist. Noem het een autobiografie. De voordrachten omlijst ik met muziek van enkele van mijn favoriete Franse componisten.’
‘Ik kom overal graag, maar een serie concerten hebben, zoals dit seizoen in Het Concertgebouw, is extra bijzonder. Terugkomen in de Kleine Zaal waar ik al zoveel heb gespeeld voelt dan als thuiskomen. Ik ken de piano, ik ken het publiek, ik ken de zaal. Dan is het alsof je in een intieme sfeer, na een etentje, nog wat speelt met vrienden.’