Lucas en Arthur Jussen - Steeds een andere klankkleur
di 26 mrt 2024 - 2 minuten leestijd - Tekst: Frederike Berntsen - Foto: Marco Borggreve
Van Mozart via Widmann naar Braziliaanse vreugde: de broers Lucas en Arthur Jussen betreden komend seizoen in drie kleurrijke programma’s het podium van de Grote Zaal.
Lucas: ‘Een recital in Het Concertgebouw, met alleen de vleugels op het podium in een bomvolle zaal, is intimiderend, maar op de mooiste manier die je kunt bedenken. De spots op de vleugels, puur die twee instrumenten, de luisteraars muisstil en dan de eerste noot spelen: dat heeft altijd iets bijzonders. Voor ons is Het Concertgebouw thuis, tegelijkertijd raak je aan zo’n recital nooit gewend. Samen daar spelen geeft een onbeschrijfelijk gevoel.’
Voor ons is Het Concertgebouw thuis
Boordevol energie
Arthur: ‘Jörg Widmann heeft een stuk voor ons geschreven dat we spelen tijdens ons recital in de serie Grote Pianisten. Dat is een droom die uitkwam. Zijn Bunte Blätter, een verwijzing naar Schumanns Bunte Blätter, vind ik een geniaal stuk. Ik weet nu al dat we dat ons hele leven met ons mee zullen dragen. We openen met Mozarts Sonate in C, KV 521, voor piano vierhandig, een heerlijk begin boordevol energie. Ook Debussy komt voorbij: Six épigraphes antiques, zes schilderijtjes, zo fraai gemaakt. Zo’n keuze maken we samen. Aan de muziek ligt het niet om de avond tot een succes te maken. Als wij nu ook nog een beetje ons best doen, denken we dat het mooi wordt, haha.’
Lucas: ‘De afwisseling van piano vierhandig en twee vleugels is daarbij leuk, voor ons en voor het publiek. Je begeeft je in steeds een andere klankwereld. Met z’n tweeën achter één klavier is intiem, op twee vleugels kun je een groter volume maken.’
Met z’n tweeën achter één klavier is intiem
Arthur: ‘Anka kuşu van Fazıl Say, dat we opnieuw uitvoeren in Het Concertgebouw, is voor piano vierhandig en orkest. Hij schreef het voor ons. Het is een veelzijdig werk, ritmisch zeer virtuoos en met jazzelementen erin. Fazıl is een kleurrijk type, en dat hoor je terug in zijn muziek. Het is echt een cadeau om met zo iemand te mogen werken. Hij ontlokt de musici klanken die je nog niet eerder hebt gehoord. Kleur is zijn specialiteit. Alles zit in dit stuk, van spannende ritmiek tot zware, dramatische frasen.’
Glimlach op het gezicht
Lucas: ‘Dat ritmische gaat ons goed af, maar het Turkse geluid, om je dat echt eigen te maken is lastig. Het helpt om goed naar Fazıl te kijken als hij zelf speelt, en te zien hoe hij zijn muziek beleeft. Je treedt niet alleen een heel andere klankwereld binnen, maar ook een andere cultuur. In een andere wereld kom je ook terecht in Golijovs Nazareno, dat we uitvoeren met Neojiba uit Brazilië. Zo’n werk moet je met vreugde spelen, daarin zit de kracht van het stuk. En ook van het orkest, de musici hebben zin om muziek te maken, spelen met een glimlach op hun gezicht. Daar kunnen we nog wel wat van leren. Voor Neojiba, waar we voor het eerst mee samenwerken, staat dirigent Ricardo Castro. Hij is een goede vriend van Maria João Pires bij wie we hebben gestudeerd. We hebben destijds een halfjaar in Brazilië gewoond. Een cirkeltje is rond, in zekere zin.’
In steeds meer repertoire voelen we ons thuis
Arthur: ‘In steeds meer repertoire voelen we ons thuis, dat heeft te maken met de concerten die we konden en mochten geven de afgelopen jaren. Daarin zijn we gegroeid. Die ervaring kun je niet thuis achter de piano opdoen, alleen maar in de zalen. In het muziek maken met elkaar is niets veranderd, dat draait nog steeds allemaal om goed luisteren naar elkaar, je veel aanpassen, geen ego in de weg laten staan.’
Lucas: ‘Het is erg leuk om samen op pad te zijn. Als je je on top of the world voelt na een concert, omdat het goed is gegaan, is het fijn om dat onder een gin-tonic te kunnen delen met elkaar.’