Over Hector Berlioz: beroerde arts en muzikale visionair
zo 18 nov 2018 - 3 minuten leestijd - Tekst: Het Concertgebouw
- Hector Berlioz (Frankrijk, 1803-1869)
- Beroemde stukken: Symphonie fantastique (1830), Harold en Italie (1834), Te Deum (1849)
- Stroming: Romantiek
- Ook: muziekcriticus en dirigent
- Idool: Gluck. Berlioz herontdekte en promootte zijn leven lang het werk van deze achttiende-eeuwse componist, die hij als een absolute meester en vernieuwer beschouwde.
- Citaat: ‘Kunst en bespiegeling zijn twee uitersten, die elkaar wederkerig verafschuwen, ja verwensen.’
Over Hector Berlioz
Het oeuvre van Hector Berlioz hebben we deels aan Niccolò Paganini te danken. Na afloop van de succesvolle premiere van Harold en Italie, een symfonie voor orkest en altviool, had Berlioz een griepje te pakken. Op zijn ziekbed werd hij verrast door de twaalfjarige zoon van Paganini, die hem een brief vol lof kwam brengen. ‘Beethoven is dood, en alleen Berlioz kan de muziek doen herleven.’ Erbij zat een cheque van twintigduizend francs, genoeg om een paar jaar rustig te kunnen componeren.
En dat terwijl Berlioz naar eigen zeggen nog bijna was toegevoegd aan ‘de lange lijst van slechte artsen’ – van zijn ouders moest hij geneeskunde studeren. Echter, bij zijn eerste anatomieles vluchtte hij weg van het lijk. Een betoverend bezoekje aan de opera gaf de doorslag: Berlioz ging de muziek in.
De andere persoon die onlosmakelijk verbonden is aan zijn oeuvre is de actrice Harriet Smithson. Berlioz zag haar spelen en raakte geobsedeerd. Hij zette methoden in die we nu stalking zouden noemen (al eerder had hij bijna een verloofde en haar familie vermoord) maar wist de Ierse na enkele jaren en een door haar geïnspireerde symfonie toch te veroveren. Een ongelukkig huwelijk volgde, maar de Symphonie fantastique zou zijn beroemdste werk worden. Het verhalende, zeer autobiografische karakter betekende een revolutie: muziek met een ‘programma’ werd de norm.
Toch zou Berlioz’ bestaan roerig blijven. Hij trad op in vele landen, maar vaak met grote financiële verliezen. Als criticus maakte hij vijanden die hij in zijn eigen muziekloopbaan eigenlijk niet kon gebruiken. Zijn monumentale opera Les Troyens kreeg hij maar niet uitgevoerd. In de liefde vond hij niet veel rust en in 1867 stierf zijn enige zoon – hij zou er nooit overheen komen. De laatste jaren van Berlioz’ leven waren somber en teruggetrokken. Had hij maar geweten dat de door hem zo hartstochtelijk verlangde blijvende erkenning later dubbel en dwars zou komen.