Over Robert Schumann: een problematisch genie
ma 17 okt 2016 - 2 minuten leestijd - Tekst: Het Concertgebouw
- Robert Schumann (1810-1856)
- Beroemde stukken: Pianoconcert (1845), Carnaval (1834), Dichterliebe (1840), Derde symfonie (1850)
- Stroming: Romantiek
- Opvallend citaat: ‘Als we allemaal eerste viool willen spelen, krijgen we nooit een orkest bij elkaar.’
- En ook: Schumann was een groot voorvechter van kleuterscholen, een destijds gloednieuw fenomeen. Misschien wel omdat Clara en hij acht kinderen kregen
Over Robert Schumann
Robert Schumann was een man van uitersten. Zo componeerde hij in zijn ‘wonderjaar’ 1840, hij was toen dertig, opeens meer dan 180 liederen. Hij was verliefd, geïnspireerd en hoorde bij bijna elk gedicht dat hij las een melodie. En dan te bedenken dat hij tot die tijd louter pianomuziek had geschreven. Sterker nog: Schumann wilde concertpianist worden. Koste wat kost.
Om als pianist een vergelijkbare virtuositeit te bereiken als Liszt en Chopin, bedacht hij - volgens zijn pianoleraar en latere schoonvader Friedrich Wieck - een apparaatje dat zijn vingers zou trainen. Met een sigarendoos en een stuk draad zou Schumann een instrument hebben geknutseld dat zijn vingers oprekte en spreidde, ze sterker en onafhankelijk van elkaar maakte. Al snel waren twee van zijn vingers echter permanent verlamd.
Clara Wieck, dochter van Friedrich en na veel strubbelingen Schumanns echtgenote, ontkende later dit verhaal. Hoe dan ook: aan deze mislukte pianocarrière hebben we een van de belangrijkste componisten te danken. Met pen en papier slaagde Schumann wél. Op de liederenmarathon volgden symfonieën, een kamermuziekjaar (1842), nog veel meer liederen en zelfs een opera. Maar ook proza. Schumann groeide uit tot een van de belangrijkste muziektheoretici van zijn tijd, maar schreef ook gedichten, verhalen en toneelteksten. Dat alles onder diverse namen.
Helaas was Schumanns geestelijke gezondheid zeer wankel. Hij leed aan depressies, hoorde geluiden die er niet waren en had visioenen. In latere jaren was het vooral Clara die, als concertpianiste, zorgde voor brood op de plank. Uiteindelijk stierf Schumann, slechts 46 jaar oud, in een inrichting. Clara zou, met en zonder huisvriend Brahms, de rest van haar leven wijden aan zijn muziek. Ze zorgde voor nieuwe uitgaven en speelde de stukken van haar man in heel Europa.