Over Anton Bruckner: grote symfonische gebaren en veel theater
do 25 okt 2018 - 2 minuten leestijd - Tekst: Het Concertgebouw
- Anton Bruckner (Oostenrijk, 1824-1896)
- Beroemde werken: Te Deum, symfonieën, missen. Bruckner droeg meerdere werken, waaronder zijn Derde symfonie, op aan Wagner.
- Huisdier: Mops, een nogal mollige mopshond, die altijd meeging als Bruckner lesgaf. Als 'practical joke' leerden studenten Mops bang te zijn voor muziek van Wagner, en in verrukking te komen van die van zijn baasje.
- Bijzonder: Toen de graven van Beethoven en Schubert naar Wenen verplaatst werden, was Bruckner beide keren present. Hij raakte de schedels aan, kuste ze, en moest met lichte dwang van de kisten verwijderd worden.
Over Anton Bruckner
Ergens in de zestig ontving Anton Bruckner, op dat moment vooral geliefd als organist en dirigent, een ere-orde van de Oostenrijkse keizer Franz Joseph I. Toen hij kort erna op audiëntie kwam, vroeg de keizer hem of hij hem nog een verdere gunst kon verlenen. Nou… kon Franz Joseph ‘iets aan Hanslick doen?’
Muziekcriticus Eduard Hanslick liet in de kranten geen spaan heel van Bruckners muziek. Al enige tijd woedde een oorlog tussen twee muzikale kampen. Aan de ene kant stonden de conservatieve romantici, zoals Brahms en Schumann, aan de andere zijde vernieuwers als Liszt en Wagner. Hoewel hij geen partij koos, paste Bruckner muzikaal gezien bij die laatsten: grote symfonische gebaren, veel theater, heroïsche thema’s en koper. Hanslick vond het helemaal niks, en zijn goede vriend Brahms ook: Bruckner schreef volgens hem ‘symfonische boa constrictors’.
Tegelijkertijd paste Bruckner, een diep religieuze plattelandsman met onuitroeibaar accent, ook niet tussen de progressieve wereldbestormers. Hoewel zijn succes als componist op latere leeftijd flink groeide, bleef hij gezien worden als een naïef boertje. Zijn sociale onhandigheid hielp daar niet aan mee.
Het meest in zijn element was Bruckner misschien wel als leraar. Hij doceerde harmonie en contrapunt aan een hele generatie musici. Hoewel Hugo Wolf en Gustav Mahler officieel niet bij hem studeerden, werden ze wel enorm door hem geïnspireerd. Door zijn muzikale ideeën én zijn discipline. Bruckner was een harde werker, die niet snel iets ‘af’ vond.
Het zwaartepunt in Bruckners oeuvre ligt bij symfonieën en vaak monumentale religieuze stukken als het geliefde Te Deum. Ook zijn wereldlijke koorwerken en liederen worden nog altijd veelvuldig uitgevoerd.
Aan Hanslick kon Franz Joseph I niks doen. Wel mocht de componist van hem wonen in het spectaculaire Schloss Belvedere. Zo bracht de plattelandsjongen zijn laatste dagen door in barokke grandeur.