Over Richard Strauss: een verhalend componist én dirigent
vr 21 okt 2016 - 2 minuten leestijd - Tekst: Het Concertgebouw
- Richard Strauss (Duitsland, 1864-1949)
- Beroemde stukken: Also sprach Zarathustra (1896), Der Rosenkavalier (1910), Vier letzte Lieder (1948)
- Stroming: Laat-romantiek
- Favoriet stemtype: Sopraan
- Hobby: Het kaartspel skat. Strauss verdiende er flink mee bij en verwerkte het spel in zijn opera Intermezzo
- Opvallend: De grillige sopraan Pauline de Ahna was Strauss’ absolute muze. Een luidruchtige, door een heel orkest afgeluisterde ruzie in een kleedkamer ging naadloos over in een verloving.
Over Richard Strauss
Naar eigen zeggen schreef Richard Strauss muziek ‘zoals een koe melk produceert’. Deze zoon van een hoornist zette zijn eerste noten op papier toen hij zes was. Aanvankelijk speelde hij viool. Echt tot bloei kwam hij echter als assistent van de legendarische dirigent Hans von Bülow. In de jaren erna groeide zijn roem als componist en dirigent, carrières die uitstekend te verenigen bleken te zijn, en elkaar inhoudelijk versterkten. Als geen ander verdiepte Strauss zich in het orkest, tot het laatste, kleinste instrument. In klankkleur poogde hij verhalen te vatten. Hij wilde de luisteraar, bij wijze van spreken, in muziek kunnen laten begrijpen ‘dat ik mijn vork en lepel oppak en aan de andere kant van het bord weer neerleg’.
Nog altijd zijn vrienden en vijanden het er niet over eens welke werken de échte Richard Strauss laten horen. De donkere, fatalistische stukken van rond de eeuwwisseling, zoals Elektra en Salomé? Of de komische opera Der Rosenkavalier, die hem rijk maakte? Een feit is dat hij, als componist, dirigent én mens, zowel geïnteresseerd was in het intellectuele als in het lichte. Dat liet hij ook zien als leider van de Weense opera, die hij wilde ontdoen van haar museumstatus. Van Rusland tot Brazilië bracht hij gevarieerde muziekprogramma’s die in het hier en nu stonden.
Dat bleef hij doen tijdens het Hitler-regime. Strauss hield zich weinig bezig met politiek en distantieerde zich niet van het nazisme. Nadien zou die houding hem verweten blijven worden. Misschien is het mede daardoor dat zijn late composities introspectiever zijn, intens beladen, vaak met de dood als thema. Die dood vond Strauss uiteindelijk thuis, met zijn gezin naast hem, en was ‘precies zoals Wagner hem heeft gecomponeerd.’