Rituelen: Isabelle Faust
di 12 nov 2019 - 2 minuten leestijd - Tekst: Noortje Zanen
Op het concertpodium moet je voortdurend presteren op topniveau. Welke rituelen houden musici erop na om de zenuwen de baas te zijn? We vragen het Isabelle Faust.
Onderdeel van
‘Goed voorbereid zijn en op tijd in de concertzaal arriveren, dat zijn mijn twee stokpaardjes die me helpen om iedere avond optimaal te presteren. Ik heb geen spannende of opzienbarende rituelen voorafgaand aan een concert, maar ik heb natuurlijk wel mijn routine. Als het reisschema het toelaat, dan probeer ik ’s middags goed uit te rusten en daarna loop ik alle noten langs die ik ’s avonds op het podium moet spelen. Ik speel alle stukken van a tot z door in een langzaam tempo, zodat mijn vingers soepel zijn en doen wat ik van ze verwacht. Alleen als ik een stuk net tien keer heb uitgevoerd sla ik deze stap nog weleens over.’
‘Wat ik ontzettend vervelend vind is te laat komen. Ik zorg ervoor dat ik eventuele vertragingen kan opvangen en ik plan mijn ritjes van het hotel naar de concertzaal altijd heel zorgvuldig. Natuurlijk komt het weleens voor dat ik toch iets te laat ben en daar baal ik dan enorm van, ook al zijn het maar tien minuten. Niet dat ik dan extreem onaardig word of dat ik vastloop, maar het kost wel veel negatieve energie.’
‘Vlak voordat een concert begint probeer ik me goed te concentreren op de muziek. Ik kleed me vroeg om, zodat ik me daar verder geen zorgen meer over hoef te maken, en ik eet meestal alleen wat fruit. Ik ken musici die het liefst nog hele gesprekken beginnen om zo de zenuwen te vergeten, maar ik zit het liefst even apart met mijn viool. Zodra ik het podium opkom probeer ik de aandacht te vangen van het publiek. Niet door uitgebreid de zaal in te kijken, maar door een bepaalde spanning te creëren. Soms lukt dat nog voordat ik de eerste noot heb gespeeld, soms duurt het een tijdje en heel soms lukt het helemaal niet. Onlangs heb ik in Portugal voor het eerst in mijn leven een solorecital onderbroken en het publiek toegesproken omdat het erg onrustig was en er onnodig veel werd gehoest. Als je zoveel podiumervaring hebt als ik, dan hoor je heel goed of iemand hoest omdat hij echt niet anders kan, of dat het een onnodig kuchje is. Het resultaat? Een muisstille zaal met aandachtige luisteraars. Gelukkig lukt dat normaal gesproken ook zonder toespraak.’