Achter de schermen: Sijbrand Toonstra
ma 11 dec 2017 - 3 minuten leestijd - Tekst: Bureau Bax
Op negentienjarige leeftijd solliciteerde Sijbrand Toonstra naar de functie van algemeen medewerker Technische Dienst. Veertig jaar later werkt hij nog altijd met veel plezier in Het Concertgebouw. ‘Het is een goed huwelijk.’
Onderdeel van
‘In mijn hele loopbaan bij Het Concertgebouw ben ik maar één keer naar een klassiek concert gegaan. Dat was niets voor mij. Ik zat de hele tijd op mijn horloge te kijken. Toch leek het me in 1977 geweldig om bij Het Concertgebouw te gaan werken. Er waren regelmatig concerten met optredens van grote artiesten als Charles Aznavour, Shirley Bassey of Barry Manilow. Ook werden er veel feesten en partijen georganiseerd. Ik vond de sfeer fantastisch.’
Als lts’er lag het meer voor de hand om bij Storck te gaan werken of bij Werkspoor, maar ik zag die zware industrie niet zitten. Dus toen er een vacature was bij Het Concertgebouw heb ik direct gesolliciteerd. Na één gesprek werd ik aangenomen. Ik maakte lange dagen. Mijn functie behelsde niet alleen technisch onderhoud, maar ook theatertechniek en reclame: ik vulde de folderbakken bij en plakte affiches in en rondom het gebouw.’
‘In de avonden en weekeinden werkte ik vaak als suppoost. In die rol was ik bij allerlei concerten en feesten aanwezig. Ik heb mooie herinneringen aan de avond waarop Frank Sinatra, Liza Minnelli en Sammy Davis jr. optraden. Een hele show. In de loop der jaren heb ik een aantal beroemdheden wat beter leren kennen. Toen ik net bij Het Concertgebouw werkte was Jaap van Zweden er vaak. We waren allebei rond de twintig en raakten een beetje bevriend. Een paar keer zijn we samen naar de disco gegaan. Dat was leuk.’
‘In die eerste jaren waren mijn collega’s een stuk ouder dan ik. Veertig plus en allemaal ras-Amsterdammers. Inmiddels zijn ze met pensioen of overleden. Je had ome Frits en ome Karel; het was één grote familie. Heel gezellig. Dat mis ik tegenwoordig wel een beetje. Het Concertgebouw is een modern bedrijf geworden met diverse afdelingen, jonge managers en veel studenten. Goed georganiseerd, maar wat minder los en vrij dan vroeger.’
‘In die veertig jaar heb ik nooit naar een andere baan verlangd. Ik had steeds een interessant takenpakket. Zo ben ik ook een tijd floormanager geweest. Tijdens concerten had ik dan de operationele leiding over de techniek. Nu ben ik technisch medewerker onderhoud en beheer. Ik houd me bezig met luchtbehandeling, koeling, verwarming en liften. Is er een liftstoring, dan inventariseer ik wat er aan de hand is en of we dat zelf kunnen oplossen of dat we er iemand bij moeten halen. Er zijn niet 35 uur per week storingen, maar het feit dat ik aanwezig ben en continu controleer of alles goed werkt, dat geeft rust. Voor de renovatie in 1988 hadden we geen luchtbehandeling en liften. Alles gebeurde handmatig. Als er een vleugel van de Spiegelzaal naar de Kleine Zaal moest, dan tilden we die met acht man over de trap.’
‘Ik vond een keer een oude ansichtkaart met daarop Het Concertgebouw in 1900. Ik ben toen op Marktplaats gaan zoeken naar andere ansichtkaarten en vond er meer. Een met een koets op de voorgrond en ook een met een paardentram. Ik ben blijven verzamelen en heb inmiddels een reeks van honderdtwintig kaarten die samen de geschiedenis van het gebouw laten zien. Als ik met pensioen ga, zal ik er een mooie collage van maken en deze aan Het Concertgebouw schenken.’
Dit artikel verscheen eerder in Het Concertgebouw Magazine, editie december 2017/januari/februari 2018