Bruce Liu: wars van routine
ma 18 nov 2024 - 4 minuten leestijd - Tekst: Anja Sicking - Foto: Bartek Barczyk
Na zijn Grote Zaal-debuut afgelopen april keert Bruce Liu er in december terug voor een solorecital. ‘Het Concertgebouw heeft veel indruk op me gemaakt, er was een bijzondere balans’, vertelt de pianist in een gesprek voor Preludium.
Nadat Bruce Liu op zijn 24ste het achttiende Chopinconcours in Warschau won (2021), kwam zijn carrière in een stroomversnelling. Via de telefoon, vanuit Montréal, vertelt hij dat hij zich gezegend voelt om op zoveel plekken in de wereld te mogen optreden. ‘De zalen en het publiek zijn overal anders. Zodra het applaus klinkt, voel ik een verbinding met het publiek en heb ik een indruk van de ontvangst van de muziek, bijvoorbeeld of de humor ervan wordt aangevoeld. Het Concertgebouw heeft veel indruk op me gemaakt, er was een bijzondere balans, het publiek was er rustig en tegelijk gepassioneerd. Ieder optreden is weer spannend voor me. Ik moet mezelf soms bij wijze van spreken het podium op duwen. Die spanning zie ik als iets positiefs, ik wil voorkomen dat musiceren een routine wordt en doe graag iets onverwachts op het podium. De moeilijke kanten van het solistenbestaan vind ik het reizen en alles wat zich achter de schermen afspeelt. Als ik een superkracht bezat, zou ik mezelf teletransporteren.’
Ieder optreden is weer spannend voor me
Roots
Bruce Liu’s ouders komen uit Peking, hij is in Parijs geboren en in Montréal opgegroeid – waar hij nu woont, als hij niet op reis is. ‘Door deze mix van culturen ben ik me er altijd van bewust dat er niet één manier is om iets te doen. Ik ben onderzoekend ingesteld en wil mezelf blijven ontwikkelen. Tegelijk denk ik dat culturele grenzen in onze tijd door alle technologische ontwikkelingen niet meer zo strak te trekken zijn als vroeger. Voor mij was het vooral een uitdaging om mijn Chinese roots te bewaren. Ik heb geen Chinese vechtsporten kunnen doen, of tai chi, maar heb wel veel Chinese films gekeken en Chinese boeken gelezen. Ook Chinese kunstwerken kunnen me troosten, vooral abstract werk waarbij de atmosfeer belangrijk is, die neem ik in me op en dat beïnvloedt later mijn spel. Mijn vader is kunstschilder.’
Studeren
‘Mijn kinderdromen leken erg op die van andere jongetjes. Ik wilde autocoureur, piloot of politieman worden. Mijn muziekcarrière ontwikkelde zich eerst heel geleidelijk. Ik studeer nu heel anders dan vroeger, toen focuste ik vooral op het studeren achter de piano. Nu zie ik studeren veel breder, ook het kijken naar beeldende kunst of een gesprek over muziek kan er deel van uitmaken. Ik luister graag naar muziek met de partituur voor me, dan ontdek ik vaak nieuwe dingen die me niet zouden zijn opgevallen als ik te zeer op mijn vingers gericht was. Ik doe ook graag andere dingen dan pianospelen, zoals zwemmen, karten en goochelen. Op die manier blijf ik in balans, dat helpt me bij mijn concentratie als ik pianospeel. Die balans was ook belangrijk toen ik aan het Chopinconcours deelnam, dan moet je je onder grote druk kunnen concentreren, ook op de details. Iedereen die meedoet wil graag winnen, maar toch strijd je niet echt tegen elkaar, zoals bij een tenniswedstrijd. Je neemt het bij een muziekconcours alleen tegen jezelf op.’
Bruce Liu © Christopher Koestlin
Als jongetje wilde ik wilde autocoureur, piloot of politieman worden
Chef-kok
Als Bruce Liu het over zijn toekomstdromen heeft, vertelt hij dat hij altijd een zwakke plek heeft gehad voor Brahms en Schumann, maar zichzelf nog te jong vond voor die muziek. ‘Wie weet durf ik Brahms nu aan? Als ik door omstandigheden iets heel anders moest gaan doen dan pianospelen, dan zou ik graag chef-kok worden. Ik zie kunst als iets heel breeds. Vanaf een bepaald niveau gaat het er meer om hoe je een beroep uitoefent, dan om het beroep zelf. Ik vind vernieuwing belangrijk, daarin schuilt iemands creativiteit.’
Oude meesters
Representanten van de oude Russische pianoschool zoals Vladimir Horowitz worden geroemd om hun zingende, kleurrijke toon. Wat is hun geheim? ‘Zij spelen met veel gewicht op de toetsen, daarmee creëren ze diepte in hun toon. Ze geven het begin van een frase veel expressie, daardoor lijkt hun spel meer op zingen. Tegenwoordig geven pianisten juist vaak het midden van een frase veel expressie, ze maken een boog. Ik luister graag naar de oude meesters, ook uit andere landen. In onze tijd probeert iedereen perfect te spelen, zonder fouten, maar de oude meesters stonden zichzelf meer imperfectie toe op het podium. Hun spel was emotioneler, het ging meer om wat je uitdrukte. Als ik een oude meester hoor, zoals Cortot of Michelangeli, weet ik na een paar seconden al wie er speelt, zo uniek is hun spel. Zij hoorden zichzelf niet voortdurend via de media terug. Je kunt veel leren van het analyseren van opnames, maar het heeft ook een schaduwzijde, bijvoorbeeld wanneer je je eigen of andermans opname op het podium reproduceert. Als ik een concert geef, dan ben ik meer iemand met een hart dan met een hoofd.’
Als ik een concert geef, dan ben ik meer iemand met een hart dan met een hoofd
Voor zijn Concertgebouwrecital staan Russische componisten op het programma: Tsjaikovski, Skrjabin en Prokofjev. ‘Ik heb Tsjaikovski’s De jaargetijden net op cd gezet, maar er is ook een andere reden waarom ik voor dit programma heb gekozen. Sommige delen van het landschap in Canada lijken op het Russische landschap, enorm uitgestrekt en koud in de winter. Soms kun je je daar eenzaam voelen. Tsjaikovski schreef De jaargetijden in opdracht, voor het geld, twaalf korte stukken, voor iedere maand één. Ik speel er zes voor de pauze en zes erna. Iedereen heeft zomervakantie nodig.’
Dit artikel verschijnt in de decembereditie van Preludium, het muziekmagazine van Het Concertgebouw en het Concertgebouworkest.
In Preludium lees je interviews, kijk je mee achter de schermen en kom je alles te weten over Het Concertgebouw en de muziek die klinkt. Neem een abonnement!