Thomas Oliemans in de Spotlight: ‘Muziek heeft ons iets te vertellen’
vr 8 okt 2021 - 4 minuten leestijd - Tekst: Frederike Berntsen
Bariton Thomas Oliemans heeft dit seizoen een Spotlight in de Kleine Zaal, een blijk van de band die hij inmiddels heeft opgebouwd met Het Concertgebouw. Drie bijzondere programma’s getuigen van zijn inventieve geest.
Onderdeel van
‘Zwaaien met je onderbroek van Harry Bannink, dat is het eerste wat ik in de Kleine Zaal zong, samen met het Amstel Quartet tijdens de Uitmarkt’, zegt Thomas Oliemans. ‘De eerste stappen in Het Concertgebouw waren reuzespannend. Ik kende de Grote Zaal van tv, Thomas Hampson die zong tijdens het Mahler Feest van 1995. En dan opeens loop je zelf door die gangen, en durf je nauwelijks langs de portier. Ik had wel altijd in mijn hoofd: ik kies voor dit pad als zanger, dan wil ik ook op de mooiste podia van Nederland staan. Of het arrogantie was, dat vraag ik me nu af. Ik geloof het niet, meer een sterke wil, en het gevoel dat ik er alles aan ging doen om dat te laten lukken. De vertrouwdheid die je in de loop der jaren opbouwt met een zaal is een luxe, net als carte blanche krijgen als Spotlight-artiest, echt een eer.’
‘Het zingen in een ruimte als de Kleine Zaal is een leerproces. Een akoestiek is een instrument dat je moet temmen. Wat je gewend bent in de ene zaal werkt niet in de andere. Het harde werken in een slechtere akoestiek om een noot mooi te laten klinken of een lijntje goed te kunnen brengen, moet je loslaten in een akoestisch goede ruimte, anders kun je er niet uithalen wat erin zit. Datzelfde geldt ook voor het samenstellen van een programma: de ene zaal verlangt een bepaald soort dramatiek, die niet per se goed zal werken in een andere akoestiek.’
Een akoestiek is een instrument dat je moet temmen
Ideeën te over voor een carte blanche: de veelzijdige concertagenda van Oliemans weerspiegelt een creatieve duizendpoot. De ene keer vergast de bariton zijn publiek op het Franse chanson of de Argentijnse tango, dan weer op opera en lied. Als Spotlight-artiest stelde hij drie concerten samen in de Kleine Zaal, waaronder een Schubertavond waarin hij zichzelf begeleidt in Winterreise. ‘Ik ga hiermee terug naar hoe ik begon. Als twaalfjarige had ik geen pianist, ik had een piano en mezelf. Muziek maken was voor mij zitten, spelen en zingen. Dat is de bron. Mijn eerste zanglerares heeft me bij de piano weggehaald: alles leuk en aardig maar ik moest ook met losse handen kunnen zingen. Staan en concentreren op de stem. Dat vond ik erg moeilijk. Je staat er zo bloot. Achter de toetsen maakte ik mijn eigen wereld, ik hoefde geen oogcontact te hebben met de luisteraar, ik zat in een coconnetje.’
Achter de toetsen maakte ik mijn eigen wereld
‘Juist die cocon, die intieme wereld die je voor jezelf creëert past bij Winterreise. Schubert speelde en zong dit zelf voor z’n vrienden. Uit brieven wordt duidelijk hoezeer die vriendenkring geraakt werd door de afgesloten wereld die Schubert creëerde. Deze muziek had het helemaal niet nodig om gepresenteerd te worden in het gangbare, expressieve en uitbundige concertleven.’
‘Hoewel het fantastisch is om in Winterreise met een pianist samen te werken – ik zal dat ook zeker blijven doen – ervaar ik mijn eigen aandeel als ik naast de vleugel sta te zingen snel als opdringerig. De cyclus gaat over isolatie, over iemand die geen aansluiting meer vindt met zijn omgeving. Zelf spelen en zingen biedt hiervoor een uitkomst.’
Als tiener maakte ik al programma’s, door schade en schande ben ik wijzer geworden
Uitproberen, vraagtekens zetten, dat is wat Oliemans boeit in het programmeren. Liederen bij elkaar zetten waarvan hij weet dat ze hoe dan ook een bepaald effect zullen sorteren, daar leert hij niets van, niet over hemzelf, niet over het leven. De luisteraar uitnodigen een weg in te slaan die misschien lastiger te volgen is, kan iets spannends opleveren. De concentratie, het enthousiasme, de ontroering, de stilte die kunnen ontstaan vertellen hem iets over de stukken en over hoe ze al dan niet samengaan. ‘Als tiener maakte ik al programma’s, door schade en schande ben ik wijzer geworden. Je krijgt er een beetje gevoel voor, voor proporties, voor sferen. En dan nog: of een programma werkt, weet je nooit zeker. Iets kan er op papier prachtig uitzien, maar de uitwerking kan totaal mislukken.’
Goede muziek is voor mij als de tekst en de muziek op een krachtige manier een boodschap overbrengen
Met sopraan Eva-Maria Westbroek treedt Oliemans voor het eerst aan in recitalvorm – ze kennen elkaar van het operapodium. De beide zangers zijn zielsverwanten, één blik is voldoende om van elkaar te weten wat ze bedoelen. In het programma Wien, Berlin, Buenos Aires nemen ze de luisteraar mee naar rond 1900 en verder, van Richard Strauss via Schönberg en Eisler naar Piazzolla.
‘Ik ervaar een grote muzikale integriteit als ik met Eva-Maria op het podium sta, ons beider idee is om zo mooi mogelijk muziek te maken. Ons programma begint met het Duitse kunstlied, hier en daar begint de muziek te schuren en worden de harmonische grenzen opgezocht, we komen terecht in een cafésfeer. Wat voor muziek werd er destijds eigenlijk geschreven, heb ik mezelf afgevraagd, was het kunst of kitsch? Voor mij geldt, en daarom kies ik een lied uit om te programmeren: als de tekst en de muziek op een krachtige manier een boodschap overbrengen is dat voor mij goede muziek.’
Ik ervaar een grote muzikale integriteit als ik met Eva-Maria Westbroek op het podium sta
‘Schoecks Notturno: ik hou erg van dat stuk, het vormt het hart van het programma met het Signum Quartett, het laatste in de serie dat ik mocht samenstellen. Herfstige, duistere muziek, en echt technisch moeilijk ook, het vraagt een investering van een kwartet om dit te leren. Signum heeft veel Schubertliederen in een bewerking voor strijkkwartet gespeeld, we zullen onderzoeken wat er klinkt als je een lied niet zingt maar speelt. Dit programma is gebouwd rondom de begrippen avond en nacht.’
De afgelopen tijd, de pandemie, is natuurlijk heel vreemd geweest, maar heeft me ook rust gegeven
Oliemans denkt hardop na. ‘De afgelopen tijd, de pandemie, is natuurlijk heel vreemd geweest, maar heeft me ook rust gegeven. Ik ben me nog bewuster geworden waarom ik iets wil brengen op een podium. Waar gaat het over, waarom komen we samen, de musici en de luisteraars? Dat is voor mij niet om het avondje uit. En niet omdat Winterreise gespeeld én gezongen door Thomas Oliemans op het affiche staat. Wat ik absoluut niet wil is dat zo’n onemanshow overkomt als “kijk mij dit eens even doen”, dan schiet het hele idee zijn doel voorbij en wordt het alsnog een circus. We zitten bij elkaar in de zaal omdat de muziek ons iets te vertellen heeft.’
Thomas Oliemans in podcast Praten over muziek
In december 2020 was Thomas Oliemans te gast in de podcast Praten over Muziek. Met Gijs Groenteman sprak hij over de liedcyclus Le vieux coffret van André Caplet. Een schitterende cyclus van vier liederen die Caplet componeerde tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een gesprek over prachtige akkoorden, over 'het meest geslaagde Franse lied' en over de verhouding tekst/muziek. En hoe klinkt muziek die te goed is om uit te voeren?