Interview: Gustavo Gimeno
ma 24 feb 2020 - 2 minuten leestijd - Tekst: Jet Ellerbroek
Gustavo Gimeno komt met zijn Orchestre Philharmonique du Luxembourg naar Amsterdam. Bijzonder, vindt de Spaanse Amsterdammer: op tournee gaan met zijn eigen orkest, en zéker naar Amsterdam.
Onderdeel van
Toen Gimeno als achttienjarige met een rugzakje met partituur naar Nederland kwam, was zijn eerste bestemming Het Concertgebouw. ‘Om mijn leraren te ontmoeten: Marinus Komst en Herman Rieken. Ongelooflijk leuk en spannend, maar ik was ook totaal geïntimideerd door alles. De taal, de mensen, Het Concertgebouw. Dat we nu praten over het feit dat ik hier ga dirigeren, heel gek.’
Natuurlijk is er veel gebeurd in de tussentijd: Gimeno studeerde slagwerk in Amsterdam, viel eens in bij het Concertgebouworkest. ‘Eén keer spelen met het orkest, dat was al ongelooflijk. En toen nog een keer, en toen kreeg ik zelfs een baan als soloslagwerker. In eerste instantie was het niet meteen mijn voornemen om dirigent te worden. Ik wilde de muziek beter begrijpen, daarom ben ik mij in het dirigeren gaan verdiepen.’
‘Geluk komt niet naar je toe als je op de bank blijft zitten’
Van het één kwam het ander. Hij werd assistent van Mariss Jansons, die zag potentie. En toen kwam de grote kans die hij met beide handen aangreep. Jansons had zich ziek gemeld. Wilde Gimeno hem vervangen tijdens een concert met zijn oude orkest? ‘Ieder mens heeft geluk nodig. Maar geluk komt niet naar je toe als je op de bank blijft zitten.’
‘Mariss Jansons, Claudio Abbado – ik heb zoveel van hen geleerd. Zij zijn wel een soort helden. En Bernard Haitink. Als kind in Valencia draaide ik de lp’s van mijn vader, een serie van Philips met Haitink en het Concertgebouworkest. Maar ik heb ook een sportheld: de tennisser Rafael Nadal. Een Spanjaard, net als ik. Ongelooflijk goed en altijd met veel respect voor de tegenstander en voor de sport. Nadal is een groot voorbeeld van verder komen in het leven. Dat bewonder ik.’
Verder komen in het leven, geen tijd verkwisten. Daar houdt Gustavo Gimeno van. Als hij denkt aan zijn wensen, weet hij ook dat de grootste probleemfactor tijd is. Daarom is hij blij dat hij, met twee chef-dirigentschappen, zich wat meer kan focussen. ‘Ik heb jaren de hele wereld over gevlogen voor gastdirigentschappen. Nu verdeel ik mijn tijd tussen Amsterdam, waar ik woon, Toronto en Luxemburg.’
Samen muziek maken, dat is het doel. ‘Musiceren met goede musici, mensen om me heen blij maken. Eigenlijk: doorgaan met wat ik nu doe. Ik ben heel gelukkig.’