Over Ástor Piazzolla: vader van de nuevo tango
di 22 aug 2023 - 2 minuten leestijd - Tekst: Het Concertgebouw
- Ástor Piazzolla (Argentinië, 1921-1992)
- Beroemde stukken: Libertango, Oblivión, Cuatro estaciones porteñas
- Koninklijk: Adiós nonino, in 1959 geschreven bij de dood van zijn vader, werd in Nederland bekend in de uitvoering van Carel Kraayenhof, bij het huwelijk van kroonprins Willem-Alexander en Máxima in 2002.
- Hobby: vissen op haaien.
- Documentaire: in The Years of the Shark vertelt Piazzolla aan zijn dochter Diana over zijn leven. Een bijzonder document, ook al omdat Piazzolla een moeizame band had met zijn kinderen.
Over Ástor Piazzolla
Voor zijn achtste verjaardag krijgt Ástor Piazzolla van zijn vader niet de rolschaatsen waar hij zo naar verlangde, maar een bandoneon. Hij zal het instrument nooit meer loslaten.
Bokshandschoenen krijgt de jonge Ástor trouwens ook; wat vechttraining is nodig in het ruige deel van New York waar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbrengt. Een goede linkse hoek bezorgt hem de bijnaam Lefty, maar maakt ook dat hij twee keer van school wordt gestuurd. Nu heeft hij sowieso meer interesse in muziek. Verkleed als volwassene bezoekt hij jazzclubs, maar ook duikt hij in Bach en de tango van zijn geboorteland Argentinië.
Als Piazzolla dertien is, nodigt tangogrootheid Carlos Gardel hem uit om mee te gaan op een tournee. Zijn vader vindt hem te jong en weigert. Gelukkig maar: Gardel en zijn ensemble komen om bij een vliegtuigramp.
Vanwege de crisis keert het gezin terug naar Argentinië. Overdag studeert de jonge Piazzolla bij componist Alberto Ginastera en speelt hij bij een operaorkest, de kleine uurtjes zijn voor een tangogroep. Als hij een beurs krijgt om in Parijs te studeren, vertrekt hij per vrachtschip. Zijn docente is de beroemde componiste Nadia Boulanger. Ze ziet zijn talent, maar is niet overtuigd van zijn eigenheid, tot ze hem vraagt een tango van eigen hand te spelen. Hij kiest voor Triunfal. ‘Dít,’ zegt Boulanger, ‘is de echte Piazzolla. Verlaat hem nooit meer.’
Piazzolla’s tango is een andere dan al ruim een eeuw werd gespeeld in de straten van Buenos Aires. Die muziek, waarin polka’s, mazurka’s, Afrikaanse stijlen en de Argentijnse milonga samenkomen, is echt om op te dansen. Bij Piazzolla wordt het luistermuziek, vol invloeden van jazz en moderne componisten: onder zijn helden zijn Stravinsky, Dvořák en Gerry Mulligan. De ritmes zijn complexer, de klankkleuren dissonanter, er wordt niet bij gezongen, maar wel veelvuldig geïmproviseerd. Het is met recht een Nuevo Tango, zoals Piazzolla zijn eigen kwintet noemt.
De Argentijnen moeten daar aan wennen en verlaten aanvankelijk nogal eens boos de concertzaal. In het buitenland is dat anders: Piazzolla brengt zijn nieuwe tango over de hele wereld. Inmiddels is het tij gekeerd en wordt hij gezien als hét muzikale uithangbord van zijn land.