Over Franz Liszt: een gedreven vernieuwer
wo 5 sep 2018 - 2 minuten leestijd - Tekst: Het Concertgebouw
- Franz Liszt (Hongarije, 1811-1886)
- Stroming: Nieuwe Duitse School
- Vrienden: Victor Hugo, Heinrich Heine. Frédéric Chopin, Hector Berlioz
- Beroemde stukken: Hongaarse rapsodieën, Années de Pèlerinage, Via crucis, Nuages gris
- Bijzonder: Liszt was een filantroop, die een zeer groot deel van zijn verdiensten weggaf. Ook promootte hij onvermoeibaar collega’s en gaf hij bijna iedereen die daar om vroeg gratis pianoles.
- Citaat: ‘Bestaat er een meer muzikaal musicus dan Liszt?’, aldus Richard Wagner.
Over Franz Liszt
Fans die flauwvallen, hotelkamers binnendringen en een door hun idool weggegooide peuk als een relikwie vereren: ruim voor de geboorte van Michael Jackson en The Beatles overkwam het Franz Liszt. 1842 was de start van de ‘Lisztomania’: in grote delen van Europa werd de pianist en componist als een nieuwe Messias binnengehaald. Broches, gebak en andere voorwerpen met zijn beeltenis erop kwamen in de handel. Liszt zelf kreeg zoveel verzoeken om lokken van zijn haar, dat hij zijn hond begon te knippen.
Een decennium eerder was de kiem voor dit hysterische succes gelegd. Liszt, van kindsterretje uitgegroeid tot een gerespecteerd pianist, zag in Parijs de violist Paganini optreden. Dit wilde hij ook: zijn publiek overweldigen. Spelen uit het hoofd, opgaan in de muziek, die virtuozer en grilliger was dan wat mensen ook konden bedenken. Hij maakte de overstap van keurige salons, de gebruikelijke habitat van een pianist, naar steeds grotere concertzalen. Hij liet de noten klateren en nam de toeschouwers mee in een bijna buitenaardse muziekbeleving.
Het ging Liszt uiteindelijk niet om de vorm, maar om de inhoud. Als vertegenwoordiger van de Nieuwe Duitse School was hij een gedreven vernieuwer. Hij verlegde de grenzen van wat op een klavier mogelijk was, vond het symfonisch gedicht uit en was een voorvechter van programmatische muziek, vol vertelkracht, ook zonder tekst.
Op zijn 35e deed Liszt nog iets grensverleggends: hij stopte als concertpianist. Na vele jaren voortdurend op tour te zijn geweest, richtte hij zich nu op compositie en introspectie. Imponerende complexiteit maakte steeds vaker plaats voor bijzondere klankkleuren en experimentele vormen die vooruit liepen op de muziek van de twintigste eeuw.
Op middelbare leeftijd zag Liszt een oude wens in vervulling gaan: hij ontving de lagere wijdingen van de katholieke kerk. ‘Abbé Liszt’ verdeelde zijn tijd tussen Rome, Weimar en Boedapest, waar hij aan de basis stond van de Koninklijke Muziekacademie. Hij had steeds minder noten nodig om steeds intensere, groeiend melancholieke beelden te schetsen. En weinig woorden. Toen iemand Liszt vroeg of hij zijn levensverhaal had opgeschreven, ontkende hij. ‘Het was genoeg om mijn leven te leven.’